- aarde
- {{aarde}}{{/term}}1 [wereld; aardbol als woonplaats] earth ⇒ world2 [aardbodem] ground ⇒ earth3 [grond] earth ⇒ soil4 [elektriciteit] earth♦voorbeelden:1 van het goede der aarde genieten • enjoy the good things of lifein een baan om de aarde • in orbit round the earthop aarde • on earth, under the sun2 tactiek van de verschroeide aarde • scorched earth policy〈figuurlijk〉 onder de aarde liggen • be six feet under〈figuurlijk〉 op aarde zijn/verkeren • be among the livingde ogen ter aarde slaan • cast one's eyes to the groundzich ter aarde werpen • throw oneself to the ground3 〈figuurlijk〉 dat zal bij haar niet in goede aarde vallen • she's not going to like that〈figuurlijk〉 het plan viel in goede aarde • the plan was well receivedde aarde vaststampen • pack the ground
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.